Google »

Slechthorende leerlingen

Toelichting
Deze leerlingen dragen hoortoestellen en hebben moeite om goed te verstaan in complexe luistersituaties.
Leerlingen zijn druk en beweeglijk, niet altijd te sturen en niet verantwoordelijk te maken voor het functioneren van de apparatuur. Dus het apparaat moet het goed doen, tegen een stootje kunnen, niet te snel storen en als het kan zelf aangeven als het wel/niet werkt omdat een kind dat niet (altijd) zal doen.

Indicatie
Gehoorverlies (FI 40 dB FIh 50 dB, of meer) of moeite met verstaan in rumoer. Volgens de wet zou dit laatste moeten worden onderbouwd met een Plomp-test. Deze test is echter niet betekenisvol voor kinderen, omdat ze moeite hebben met begrip van de zinnen. Daarom wordt in de praktijk vaak gebruik gemaakt van woordverstaan in ruis.

Criteria, eisen
1. Robuustheid: kind-proof
2. Goede geluidskwaliteit,
3. Niet storingsgevoelig
4. Goede service bij problemen

Wensen
1. Draagcomfort: bij voorkeur zonder snoeren
2. Signaleer/monitorfunctie ter controle van de werking van de apparatuur

Bij jonge kinderen en kinderen met heel kleine/slappe afstaande oren is een verlenging van het toestel met de FM ontvanger niet ideaal: het toestel drukt dan het oor teveel opzij.

Hoortoestellen zijn soms ook erg klein en zonder DAI of een snel slijtende / storingsgevoelige DAI. In dat geval kan gebruikt gemaakt worden van een Mylink+ ontvanger bij een hoortoestel met een ringleidingstand of –als het toestel daarvoor geschikt is- een I-com met mlx-i
NB de hoortoestellen van Phonak hebben een design-geintegreerde ontvanger; dit geeft een betere aansluiting, waardoor de ontvanger minder opvalt en er minder snel storing optreedt. Nadeel is dat het geen universele ontvanger is zodat die niet te koppelen is aan een ander model hoortoestel.